Op zoek naar vermogen kiezen sommigen voor een lichtgewicht vliegwiel. Echt meer vermogen geeft de motor daardoor niet, maar bij het ‘optrekken’ vraagt het ietsie pietsie minder energie om het toerental van de krukas te laten toenemen. Bij het circuit racen kan dit betekenen dat je nét iets eerder de volgende bocht aansnijdt dan degeen die daarnet nog naast je reed.
Nadeel is, dat bij de compressieslag van elke zuiger het vliegwiel –door de mindere massa- er iets langer over doet om de zuiger helemaal ‘boven’ te krijgen.
Nadeel is, dat de werkslag die elke zuiger maakt de krukaskruk iets vinniger naar beneden drukt, doordat het vliegwiel iets minder traagheid heeft.
Dit moet de koppeling dus opvangen, want de auto rijdt nu eenmaal niet met rukjes vooruit. Daarvoor zitten er normaal vier spiraalveertjes in het hart van de koppelingsplaat die aan het andere uiteinde aanliggen tegen de bus die het vermogen doorgeeft naar de versnellingsbak. Neem je een lichter vliegwiel, dan heb je een plaat nodig met strakkere veertjes.
Het stationair toerental moet je iets verhogen, zodat de motor dan ook nog soepel loopt.
Het mag duidelijk zijn, dat in de eerste versnelling het effect van een lichter vliegwiel het grootst is. In de tweede versnelling is dat al twintig procent minder dan in de eerste. Maar; je zult –hopelijk- het meest in de derde en vierde versnelling rijden en dan is het effect verhoudingsgewijs veel minder dan in de eerste of tweede versnelling.
Voordeel is natuurlijk dat een twee kilo lichter vliegwiel de hele auto twee kilo lichter maakt, waardoor die makkelijker vooruit komt. Maar zelf twee kilo afvallen is vaak veel goedkoper.